Schotlandtrip,
herfstvakantie 2017.
Geschreven door:
Rik Deekens
Eindelijk was het zover, ik ging met Sieko naar Schotland. Ik ken Sieko al jaren, van studie en werk ik de Franse Alpen. Sinds ik hem ken, probeert hij me over te halen mee te gaan naar de ‘highlands’. In oktober 2017 was het zo ver. Met de kennis van Sieko hebben we een route uitgestippeld en de boot geboekt.
De reis naar Schotland begint goed. We rijden de auto aan boord, gooien onze tassen in de hut en gaan op zoek naar de bar. Goed eten, meerdere bars met live muziek en een goed bed. Comfortabeler op reis kan bijna niet. Tegen de tijd dat we wakker worden varen we de haven van Newcastle binnen.
Vanaf Newcastle een indrukwekkende rit van 5 uur naar Fort William. We doen de laatste inkomen en rijden nog een uur door, tot de weg ophoudt. We trekken onze goede schoenen aan, pakken de laatste spullen in de tas en tegen de tijd dat het donker begint te worden gaan we op pad. Fijn dat Sieko de weg weet. Na een uur lopen komen we aan bij ons hotel (bothy) voor de eerste nacht. Ons luxe onderkomen, de A'Chuil Bothy, bestaat uit 2 ruime vertrekken. Elk voorzien van een openhaard en houten bedden. Welkom in de Highlands. Terwijl wij in de regen een boom omhakken komt er een verdwaalde wandelaar aan. In een bothy deel je (bijna) alles. Met z’n drieën maken we het gezellig voor de openhaard, met een goede maaltijd en een fles whisky. Ik ben tevreden.
Omdat er geen wc is, begint de ochtend met een gat graven. We doen rustig aan, zetten koffie, maken Brinta en zoeken onze spullen weer bij elkaar. Na de eerste meters is het duidelijk waarom ik van Sieko gamaschen mee moest nemen. Door een moerasland zoeken we onze weg naar het eerste dal. Af en toe komen we iets tegen wat lijkt op een pad. We lopen het dal door dat langzaam begint te stijgen. Tegen de tijd dat we boven komen hebben we al tien herten gezien. In de verte zien we een schitterend fjord liggen. Net naast het strand ligt onze volgende slaapplaats, de Soulies Bothy. Een iets kleinere bothy, wederom met de luxe van een openhaard. We delen de bothy met vier Engelsen die we onderweg ingehaald hebben. Tevergeefs gaan we op het strand op zoek naar mosselen. Teleurgesteld zetten we de brander aan en maken een heerlijke instant maaltijd. De avond brengen we door met sterke verhalen en het doorgeven van whisky flessen.
Ik loop lichtelijk brak de bothy uit, ‘shit, wat is het hier mooi’. Links het schitterende dal van gister, rechts het eindeloze fjord. Waar je ook kijkt, niks dan ongerepte natuur. Bij een stevig ontbijt genieten we nog even van het indrukwekkende uitzicht. Vanaf de bothy lopen we landinwaarts over een groot grasland, dat voor het grootste deel drijft op water. Het schijnt dat het hier vaak regent. De gamaschen redden mijn droge sokken en we komen aan bij de eerste beklimming van vandaag. Na ongeveer 100 hoogtemeters, begint het te regenen. Ik probeer niet te klagen. En probeer Sieko bij te houden. Het pad (of wat daar voor door moet) verandert lanzaam in een rivier. Boven aangekomen worden we verwelkomt door wind en verticale regen. We genieten niet van het uitzicht en beginnen gelijk aan de afdaling. Vanavond geen Bothy, maar een bivak. Gelukkig is het droog. We vinden een mooie plek aan een beekje en zetten het kamp op. Ik probeer mijn outdoor skills te tonen en begin aan het vuur. Even laat neemt Sieko het over… Met vissen heb ik meer succes en trek twee forellen uit de beek. Midden in de wildernis genieten we van onze vangst. Ik slaap verassend goed in mijn bivakzak.
Sieko ik praktisch ingesteld en zet koffie vanuit zijn slaapzak. “Goedemorgen. Hoe lang nog voor de Britha klaar is?” We stoppen het kamp weer in de rugzak en lopen verder landinwaarts. We steken een lang dal door en komen uit bij de klim van de dag. Ongeveer 900 hoogtemeter waar we soms een pad tegenkomen. Samen zoeken we een onze weg en komen aan op de top, met mooi weer. Tijdens de afdaling kijken we uit over zee en onze bothy voor vannacht. We komen aan in Barrisdale, een klein dorp met drie huizen, alleen bereikbaar per boot. En benenwagen. De bothy hier is luxe, met wc en stromend water. Aangezien we aan zee zitten gaan we op zoek naar mosselen. Dit keer met succes. Voor dit moment loop ik al drie dagen met een blik bier in mijn tas. In de bothy genieten we van onze verse vangst.
De volgende ochtend vertrekken we vroeg en beginnen gelijk aan een lange klim. De route vanaf hier staat niet op de kaart. We zoeken onze weg door nog een indrukwekkend dal en komen uit bij een stuwmeer. Tevergeeft gaan we op zoek naar een goed plek voor een bivak. Het begint te regenen. We steken een sterk stromende beek over. Elk stuk vlakke grond is drassig. Shit, waar slapen we. Tegen de tijd dat het begint te schemeren moeten we genoegen nemen met een vlak stuk zandgrond. Gehaast beginnen we aan de bivak. Verkleumd, nat en tevreden kruipen we even later de bivak in. Kampvuur? Laat maar. Vanuit onze slaapzak maken we een maaltijd, drinken wat whisky en ritsen de bivakzak dicht voor een lange nacht.
De volgende ochtend is alles nat, of zit onder het zand. Negeren, aankleden, schoenen aan en gaan. Een uur later zitten we in de zon te ontbijten en zijn weer blij dat we in Schotland zijn. We lopen omhoog naar een zadel. De hele tocht zat vol indrukwekkende vergezichten, maar deze slaat alles. Voor ons strekt zich een eindeloos dal uit. Een ongerept kleurenpalet, inclusief idyllisch kronkelend beekje. We gaan er even voor zitten en zoeken onze laatste drogeworst uit de tas. We lopen door en na nog een klim komen we aan bij de bothy waar we de eerst nacht hebben doorgebracht. Tegen schemer komen we aan en worden vriendelijke ontvangen door twee Schotten. De openhaard loeit en we krijgen gelijk koffie. Het leven in een Bothy bevalt erg goed. Al het laatste voedsel en drank gaat uit de tas. Het wordt een gezellige avond.
De volgende dag is het weer een uur terug naar de auto. Ik geef Sieko een knuffel, “bedankt voor dit onvergetelijke avontuur”. Dat er zo dicht bij huis, zo’n indrukwekkend stuk ongerepte natuur ligt. Elk dal is onaangetast en zoals ‘moeder natuur’ het bedacht heeft. Als het regent loop je met je hoofd naar beneden, maar zodra het ophoudt krijg je geen genoeg van het uitzicht. En dan de rust. Op een paar hikers en een boer zijn we geen mens tegengekomen. Waar kan dat nog!?
De Bothy’s zijn geweldig. Een dak boven je hoofd, die perfect past bij de wildernis waarin je rondloopt. En wie je ook tegenkomt in een bothy, het wordt gegarandeerd gezellig. Een paar nachten in een bivak maakt het avontuur compleet.
We sluiten de reis af met een dagje Fort William. We leren alles over ‘the water of life’ in de Ben Nevis destilleerderij. Na een goede Schotse maaltijd gaan we op kroegentocht, langs de drie kroegen die dit dorp rijk is.
De volgende ochtend hebben we wat last van ‘the water of life’. We halen een ontbijt en rijden terug naar Newcastle. Op het dek genieten we nog even na van een regenachtige, maar geweldige week. “Sieko, zullen we volgend jaar weer?” “Zeker!”